Deze lijst probeert een zo compleet mogelijk overzicht te geven van alle clubs die ooit in KNVB competities zijn uitgekomen; van eredivisie tot en met de achtste klasse veldvoetbal heren.

Hoewel de KNVB werd opgericht op 8 december 1889 werd de eerste officiële competitie pas afgewerkt in het seizoen 1897-1898. Er werd echter reeds vanaf 1888 competitie-voetbal gespeeld in Nederland. Vanaf dat jaar zijn dan ook alle clubs opgenomen en wordt een inzicht gegeven in de verenigingshistorie, met name fusies en naamsveranderingen. Hiervoor zijn de oprichtingsdata natuurlijk wezenlijk. Clubs houden na een fusie veelal de oprichtingsdatum van de oudste vereniging in ere, doch ook vaak de effectieve datum waarop de fusie tot stand kwam. 
Beknopt is weergegeven wanneer de club van naam veranderde of een fusie aanging met een andere vereniging. Hierbij deed zich een verschijnsel voor dat voor meerdere uitleg vatbaar is: wanneer een voetbalclub met een club fuseerde die een andere tak van sport beoefende ontstond er een omni-vereniging. Deze ontstond echter niet uit een fusie tussen twee clubs die beide als zodanig in dit overzicht zouden moeten worden genoemd. Daarom is gekozen om dan een naamsverandering van de voetbalclub aan te houden. 
Een pijltje geeft aan dat de naam die erachter staat eveneens in de lijst voorkomt.

In vroeger tijden bepaalde de NAVB (Nederlandsche Voetbal en Athletiek Bond), de NVB (de nieuwe naam vanaf 1921) of de KNVB (het predikaat Koninklijk werd in 1929 verleend) dat een toetredende club niet dezelfde naam mocht hebben als een reeds in de bond spelende vereniging. Daarom hebben veel naamsveranderingen plaatsgevonden op het moment van toetreding tot de NVB of KNVB. Vaak is het echter zo dat de betreffende club in de streek nog steeds bekend staat onder de naam die de oprichters gaven.

De fusie van de KNVB met een aantal confessionele voetbalbonden, de kantoorvoetbalbonden en de arbeiders voetbalbond in 1940 heeft er eveneens toe geleid dat een groot aantal verenigingen hun naam veranderden. Vooral de clubs uit de rooms-katholieke bond hebben toen gekozen voor de volledige plaatsnaam of een afkorting inclusief r.k.

Tijdens de oorlog werd een groot aantal clubs wier namen verwant waren met het koninghuis of een patriottische gedachte zouden kunnen uitdragen door de bezetter gedwongen tot een naamswijziging, die echter na de bevrijding weer snel werd teruggedraaid.

Nederland is in de voetbalwereld vrij uniek in de naamgeving door middel van afkortingen. Van alle clubs zijn daarom de betekenissen van de afkortingen gegeven.

Tenslotte is getracht een korte verklaring te geven van de oorsprong van de clubnaam. Ondanks het feit niet beoogd wordt een geografisch of historisch overzicht te geven, is het toch vaak interessant te weten of de naam betrekking heeft op een landstreek, een pastoor of een mythologisch figuur. Wat de oprichters gedreven heeft om voor een bepaalde naam te kiezen zal in een aantal gevallen een raadsel blijven. 
De aanduiding ‘naar een stadsdeel’ komt in het geval dat het een kleine plaats betreft soms wat grotesk over, doch hiervoor is gekozen vanwege de uniformiteit. Veelal was een stadsdeel ten tijde van de oprichting van de club nog een afzonderlijke gemeente.

Sinds 1996 spelen alle verenigingen in KNVB verband doordat de tot dan toe opererende afdelingen (de ‘onderbonden’) werden opgeheven en er dientengevolge zo’n 600 clubs tot de KNVB toetraden. Er bestonden tot 1996 20 afdelingen (Groningen, Friesland, Drente, Overijssel, Twente, Gelderland, Arnhem, Nijmegen, Utrecht, Noord-Holland, Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Leiden, Rotterdam, Gouda, Dordrecht, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg).

Tenslotte is het jaar aangegeven waarin de club onder die naam voor de allereerste maal deelnam aan de zaterdag- of zondagcompetities van de KNVB. 

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

      

http://www.hitwebcounter.com/
<>